Duurzaam ondernemen krijgt een steeds belangrijkere rol in onze maatschappij. Zowel op privé als professioneel vlak is er meer aandacht voor duurzame alternatieven.
Ondanks dat duurzaamheid steeds meer in ons dagdagelijkse leven voorkomt, is het niet altijd even gemakkelijk om voor de meest duurzame oplossing te kiezen. Vaak is het niet duidelijk welke oplossing de duurzaamste is, of zijn de duurzame producten duurder in aankoop dan andere. Dit is een struikelblok voor velen.
Circulair of gerecycleerd?
Bij recyclage worden de verschillende grondstoffen van een product gescheiden waarna de resulterende materialen opnieuw in de productiecyclus worden gebruikt. Deze dienen als basis voor gelijkwaardige of andere producten.
Een circulaire economie (of kringloopeconomie) is een economisch en industrieel systeem waarbij er geen grondstoffen verloren gaan en er geen afval ontstaat. De materialen ontstaan uit recyclage of zijn bio-gebaseerd en worden steeds opnieuw gebruikt voor de productie van een gelijkwaardig product. Op het einde van hun leven zijn ze recycleerbaar of afbreekbaar. De energie voor een circulaire economie komt van hernieuwbare bronnen, namelijk zon en wind.
Kortom: wanneer er van de vezels gerecycleerd uit werkkleding terug werkkleding gemaakt wordt, spreken we van een (mogelijk) circulair product. Wanneer een werkbroek gemaakt wordt uit een pet-fles, waarvan de grondstof achteraf opnieuw gebruikt wordt om een stadsbank van te maken, spreken we van recyclage.
We dromen van een circulaire economie. Jammer genoeg is dit (nog) geen realiteit voor bepaalde industrieën, waaronder textiel. Het recyclageproces van textiel is zo complex dat het niet vanzelfsprekend is dat een kledingstuk gerecycleerd kan worden, wat de textielindustrie één van de grootste vervuilers ter wereld maakt.
40% recyclage, 60% tweedehandsverkoop
Hoe moeilijk het recyclageproces is, heeft te maken met een aantal factoren:
- Het gecombineerd gebruik van verschillende materialen binnen één stof (bv. katoen/polyester),
- De hoeveelheid textiel die nodig is om te kunnen recycleren,
- …
Recyclage van textiel naar textiel is helemaal niet zo evident.
Wist je dat slechts 40% van de kleding die je doneert, in het recyclagecircuit terecht komt? En dat recyclagecircuit is dan nog vaak een vervezelaar, die van de textielvezels vilt maakt voor bijvoorbeeld de vulling van een zetel.
De overige 60 % van de kleding wordt verkocht op de tweedehandsmarkt. Ook duurzaam, maar niet meteen wat iedereen zich voorstelt wanneer ze hun kleding in een container droppen.
Hoe verloopt de recyclage van textiel?
De allereerste stap om een kledingstuk te gaan recycleren is het verwijderen van andere materialen als ritsen, gedrukte of geborduurde logo’s, (druk)knopen, reflecterende banden, … Deze moeten kledingstuk per kledingstuk met toestellen of met de hand uitgesneden worden wat enorm veel tijd kost.
Daarna kijken we naar effectieve recyclage.
Mechanische recyclage
De kleding(resten) worden tussen grote trommels, voorzien van tanden, letterlijk uit elkaar getrokken. Na x passages resten er nog aan elkaar geklitte vezels.
Chemische recyclage
De meeste werkkleding bevat op dit moment verschillende vezels, bv. polyester en katoen. Na mechanische recyclage is de kwaliteit van de katoenvezel erg matig. Chemisch oplossen van katoen en er een geregenereerde vezel van maken (type viscose, modal, …) levert een meer kwalitatieve vezel op.
Thermische recyclage
Polyester is een smeltvezel die je zou kunnen smelten tot polyesterkorrels die je op hun beurt kan gebruiken om nieuwe polyester mee te spinnen.
Waarom is het dan zo moeilijk?
De complexiteit van het proces
Een voorbeeld:
Glas is makkelijk te recycleren. De dop van de bokaal draai je eraf en dan hou je één materiaal over, dat verdeeld wordt in helder glas en gekleurd glas. Dit glas wordt gesmolten en kan – zonder kwaliteitsverlies – opnieuw gebruikt worden om een glazen bokaal, fles, vaas, … van te maken.
Een werkbroek, -vest of -overall is vaak gemaakt van een mengeling van katoen, polyester, elastaan, modacryl, aramide, … en bestaat in een ruim gamma aan kleuren. Afnemers van gerecyclede vezels zijn eerder geïnteresseerd in (grote) batches van 1 vezel of zelfs 1 kleur omdat in dit laatste geval geen nieuwe kleurstoffen nodig zijn (als de mix bont is, moet eerst gebleekt worden vooraleer opnieuw kan geverfd worden). Het traject om te komen van een bonte kledingselectie tot een gerecycleerde vezel, is dus veel complexer en heeft veel meer “materiaal” nodig dan met bv. glas of papier.
Elke vezel heeft immers ook zijn eigen verwerkingstraject (mechanisch, thermisch, chemisch).
Al deze factoren samen maken dat er slechts 8 kg textiel per inwoner wordt gerecycleerd (per jaar). Dit is nog niet eens 1/3 van het volume aan glas dat gerecycleerd wordt per inwoner per jaar.
De geldende regelgeving voor beschermende kleding
In de industrie is het zelfs nog moeilijker om textiel te recycleren.
Vervuiling
Kleding uit bepaalde sectoren is zo vuil dat deze niet hergebruikt wordt, maar meteen verbrand (bv. chemie).
Beperkingen vanuit de overheid
Bovendien mag een gerecycleerde vezel vandaag de dag bijvoorbeeld niet in valbescherming gebruikt worden. De norm legt op dat je met nieuwe geproduceerde materialen moet werken.
Het belang van kleurechtheid voor zichtbaarheid
Ook speelt kleurechtheid hier een belangrijke rol. Vaak moet zichtbaarheidskledij vervangen worden omdat de fluo kleur vervaagd is. Mensen die langs de spoorweg of openbare weg werken moeten regelmatig nieuwe kledij aanschaffen omdat de fluorescerende delen niet meer voldoende zichtbaar zijn. Dit kan door vervuiling die niet meer verwijderd kan worden of door de industriële wascycli die de kleuren laten vervagen.
Aanwezigheid van gevaarlijke/giftige stoffen
Naast het recycleren van textiel naar textiel wordt er van textielafval ook afgeleide producten gemaakt, zoals bijvoorbeeld boterhamwraps. Hier speelt de kwaliteit van het weefsel een minder belangrijke rol omdat de vezels “vastgekleefd” worden met bijenwas. Met kleding uit de private sector is dit geen probleem, maar met beschermende kleding die in aanraking kan geweest zijn met schadelijke stoffen is dit uiteraard onmogelijk.
Hoe maak je zelf de meest duurzame keuze voor jouw werkkleding?
De grootste uitdaging bij het aankopen van duurzame producten is het herkennen van greenwashing. Hierbij schetst een bedrijf een maatschappelijk meer verantwoord verhaal dan de realiteit. Zo kan een product dat slechts 1% aan natuurlijke producten bevat nog steeds een “natuurlijk product” worden genoemd. Gelukkig wordt de overheid steeds strenger op greenwashing. In Nederland en Frankrijk worden hier reeds boetes voor uitgedeeld.
Uiteraard zijn er ook een aantal zaken waar je zelf rekening mee kan houden bij de keuze van kledij en/of het ontwerp om het proces zo duurzaam mogelijk te maken:
1. Minimaliseren van grondstoffen
Probeer een minimaal aantal stuks (per persoon) in te kopen en zo enkel te produceren wat er echt nodig is. Dit doe je door het aantal beschikbare maten en lengtematen te beperken. Zo voorkom je dat je grote voorraden stockeert die achteraf misschien nooit gebruikt worden.
2. Kies voor duurzame grondstoffen
Het belangrijkste om te onthouden is: hoe minder verschillende vezels, hoe beter.
Probeer katoen te vervangen door lyocell. Lyocell is een viscose-achtige vezel waarvan de voetafdruk kleiner is dan die van katoen. Lyocell is ook comfortabeler om te dragen en behoudt langer zijn kleur.
Daarnaast kies je best niet voor elastaan. Elastaan verstoort het mechanische recyclageproces en is als grondstof niet recycleerbaar.
3. Kies niet onnodig voor kleur
Is kleur niet nodig? Kies dan voor ongeverfd en ongebleekt textiel.
4. Beperk het aantal logo’s
Bedrukkingen bemoeilijken het recyclageproces en kunnen ervoor zorgen dat een nieuw kledingstuk misschien niet meer gedragen kan worden. Denk maar aan het vernieuwen van een logo waardoor alle kleding voorzien van het oude logo weggegooid wordt.
Maak je toch gebruik van logo’s: zorg dan dat de logo’s pas aangebracht worden, wanneer het kledingstuk ook echt gebruikt zal worden. Zo vermijd je dat een volledige stock misschien ooit vernietigd moet worden.
5. Minimaliseer het transport
Laat je leveringen groeperen. Zo kan je bestellen wanneer je wil en worden al deze bestellingen geleverd op een vaste dag (per week, maand, …) die jij hebt uitgekozen. Om retours te minimaliseren kan je gebruik maken van de tool fitle om de maten van kleding zo correct mogelijk te bepalen. Dit heeft een grote impact op je CO2-uitstoot.
6. Minimaliseer verpakkingen
- Leverfrequentie – km: Transport en verpakkingen gaan hand in hand. Hoe minder de leverfrequentie, hoe meer producten er in één verpakking kunnen.
- Volle kartons van fabrikant – minder karton nodig: Volle kartons/dozen van fabrikant naar eindgebruiker vergt minder karton dan ompakken omdat we dan de originele kartons gebruiken om te versturen.
- Geen kleine bestellingen – dan zitten dozen voller en is er minder vulling nodig: De lege ruimtes in dozen moeten altijd opgevuld worden om indeuken tijdens transport te vermijden. Bij grote bestellingen, kan het verpakken geoptimaliseerd worden: dozen in functie van volume, minimaliseren van vulmateriaal…
7. Hoe langer het product meegaat, hoe ecologischer
Correct uitgevoerde herstellingen van beschermende kleding zijn toegelaten en mogelijk. Blijf een kledingstuk zo lang mogelijk dragen, door het wanneer nodig te herstellen. Nog veilige kleding kan - na een wasbeurt – nog perfect gedragen worden door een andere collega. Ook is het nuttig om te weten dat goedkoop zelden beter koop is. Een duurzaam kledingstuk kan duurder zijn in aankoop, maar als het langer meegaat, is de eindsom toch goedkoper.
8. Onderhoud
Goed onderhoud zorgt ervoor dat je kledij langer meegaat. Het is daarom erg belangrijk om je kledij correct te laten (LCO2)-wassen door een industriële wasserij. Zij houden zich aan de milieuwetgeving en zorgt ervoor dat de fluo delen langer helder blijven. Te veel wassen is ook niet goed. Laat dus enkel vuile kleding wassen.
In zeer vervuilende sectoren is het nodig om op regelmatige basis met LCO2-te reinigen om te vermijden dat de kleding om vervuilingsredenen in de verbrandingsoven moet belanden.
9. End of Life
Weet wat er met je kledingstuk gebeurd nadat jij het weggooit. Wil je dat je kleding gerecycleerd kan worden? Laat ze dan zeker reinigen voor je ze uit omloop neemt. Erg vervuilde kledij wordt immers sowieso verbrand.
De Belgische overheid overweegt momenteel om een bijdrage te vragen voor het inleveren van gebruikte kleding, vergelijkbaar met de recupel-bijdrage voor huishoudtoestellen en electronica.
Circletex vzw werkt aan een voorstel om die bijdrage te innen (gedreven vanuit de textielsector). Ze starten met de focus op plat linnen (alles wat enkel uit platte lappen bestaat, bv. lakens, servetten...) werkkledij en beschermende producten met textiel, ook wel professioneel textiel genoemd.
Als je 1 ding onthoudt uit dit artikel, laat het dan zijn dat het meest duurzame kledingstuk nog steeds datgene is wat het langste meegaat. Het belangrijkste dat je kan doen, is de levensduur van producten verlengen door:
- Voorrang te geven aan kwalitatieve materialen
- Juist te onderhouden
- Te kiezen voor een kledingstuk dat past
Nog meer weten over duurzame veiligheid?
Vandeputte is een onafhankelijk veiligheidsexpert en wij adviseren je graag over de huidige, beschikbare oplossingen die nu reeds mogelijk zijn. We helpen je bij het maken van een bewuste keuze die het beste bij jou en jouw bedrijf past.
Vraag ons advies - Plan een afspraak
Bekijk het webinar rondom duurzaamheid in de textielsector of lees onze andere duurzaamheidsblogs:
- Is werkkleding thuis wassen een verstandig idee?
- Circulaire economie en retourlogistiek: ons gesprek met GAIA circulair
- Wassen met CO2: Duurzaam onderhoud voor uw beschermende kleding
Zelf streven wij naar maximale duurzaamheid binnen onze organisatie. Hierover kan je meer lezen in het Vandeputte duurzaamheidsrapport.