Geüpdatet op 31/07/2024
Een Automatische Externe Defibrillator (AED) kan levens redden. Elk jaar worden duizenden mensen getroffen door een plotselinge hartstilstand, zowel thuis, op het werk, in openbare ruimtes als tijdens het sporten. De overlevingskansen bij een hartstilstand verbeteren aanzienlijk bij een snelle en effectieve reactie, waarbij de AED een essentiële rol speelt.
Wat is een AED?
AED staat voor Automatische Externe Defibrillator. Het draagbare apparaat helpt met elektroshocks het hart opnieuw te laten kloppen van iemand die een hartstilstand heeft. Deze elektroschok(ken)/ektroshocks herstellen het normale hartritme.
AED-toestellen kunnen zelfstandig het verschil maken tussen hartritmestoornissen waarbij een defibrillatorschok nodig is en ritmes waarbij dit niet het geval is.
Door de automatische opstart, gesproken instructies en de vergaande automatisering van de bediening, is het gebruik van defibrillatoren zo eenvoudig geworden, dat iedereen ze veilig kan bedienen. Daarnaast kan het apparaat zelf onderscheid maken tussen hartritmestoornissen waarbij een defibrillatorschok nodig is en ritmes waarbij dit niet het geval is.
Waarom een AED-toestel plaatsen?
Hartfalen is een van de belangrijkste doodsoorzaken in België. Elk jaar krijgen meer dan 10.000 mensen een hartstilstand buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld op straat, op het werk of thuis. Zonder tussenkomst overleeft slechts 10% van de slachtoffers (Geraadpleegd van Belgische Cardiologische Liga) een dergelijk hartfalen.
De voornaamste reden voor dit lage cijfer is dat de defibrillatieschok vaak te laat komt. Tot de komst van de AED was defibrilleren immers voorbehouden aan ambulancepersoneel en artsen, die meestal pas een tiental minuten na het falen ter plaatse zijn.
De kans op overleven daalt elke minuut met 10%. Twaalf minuten na het ontstaan van de circulatiestilstand is de overlevingskans dus nog 9%. Onderzoek heeft uitgewezen dat defibrillatie door omstanders een overlevingskans geeft van 50%. Wanneer men binnen 6 minuten defibrilleert in combinatie met reanimatie, stijgt de kans op overleven zelfs tot 70%.
Wie mag een AED bedienen?
Sinds 2007 (K.B.) mag iedereen een AED inzetten wanneer dit nodig is. Daarom zie je de apparaten ook op steeds meer plaatsen zoals industrieterreinen, vliegvelden, winkelcentra, sportverenigingen, horecagelegenheden en openbare gebouwen.
Tips voor het kiezen van een AED-toestel
Bij het kiezen van een AED-toestel zijn er verschillende factoren om te overwegen. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste aspecten die je kunnen helpen bij het maken van de juiste keuze.
- Type AED: Een volautomatische AED geeft de schok automatisch af zodra het apparaat een schokbaar ritme detecteert. Bij een halfautomatische AED moet de gebruiker zelf op een knop drukken om de schok toe te dienen nadat het apparaat heeft geanalyseerd dat een schok nodig is.
- Accessoires: Al onze AED's worden standaard geleverd met een interventiekit. Na gebruik van een AED is een nieuwe interventiekit nodig, welke afzonderlijk kan worden aangekocht. Voor een goede bereikbaarheid van de AED is een wandkast aanbevolen. Bij diefstalrisico's is een wandkast met alarm aan te raden. Vandeputte biedt alleen wandkasten met alarm aan, zowel voor binnengebruik als voor buitengebruik.
- Escalerend energielevel: Dit zorgt ervoor dat het slachtoffer indien nodig sterkere schokken kan krijgen tijdens reanimatie. De AED verhoogt automatisch het energieniveau van de schokken zonder dat je zelf iets hoeft te doen, waardoor de intensiteit kan worden aangepast naarmate de reanimatie vordert.
- Compacte toestellen: Een compact toestel is nuttig wanneer je weinig ruimte hebt of wanneer het toestel vaak verplaatst moet worden. Vaak zijn deze toestellen wel minder handig in gebruik.
- Data-export: Deze informatie kan erg nuttig zijn voor de zorgverleners bij de verdere opvolging van de het slachtoffer.
- Taalwissel: Worden er meerdere talen gesproken in je werkomgeving? Kies dan voor een toestel met makkelijke taalwissel, zoals de Primedic HeartSave HSY, wanneer je verschillende nationaliteiten op de werkvloer heeft.
- Batterijen: Lithiumbatterijen zijn iets duurder, maar hebben een langere levensduur. Wanneer je de batterijen niet op regelmatige basis kan testen en verwisselen, kies dan best voor een toestel met lithiumbatterijen. Deze gaan gemiddeld 5 jaar mee.
- Onderhoud: Bewaar de AED op een geschikte temperatuur volgens de gebruiksaanwijzing, niet in de zon of vrieskou. De elektroden dienen elke 5 jaar vervangen te worden of telkens na gebruik. De batterijen die in onze AED’s zitten gaan 5 jaar mee.
Zo red je een leven in 5 stappen
Wil je weten hoe je correct reanimeert? Ga dan naar de website van de Belgische Cardiologische Liga en leer in 5 stappen hoe je een leven kunt redden.