Geluid plant zich voort door drukgolven in de lucht, waarneembaar met het oor en gemeten in decibel (dB).  Hierbij wordt de schadelijkheid voor het gehoor weergegeven in dB(A).

Om te bepalen of u goed beschermd bent tegen gehoorschade, moet u rekening houden met drie zaken:

Het omgevingsgeluid

Wetenschappers verwachten al boven de 80 dB(A) kans op blijvende gehoorbeschadiging. Daarom moet er reeds vanaf 80dB(A) gehoorbescherming ter beschikking gesteld worden. De werknemer kan echter niet verplicht worden ze te dragen.

Vanaf 85 dB(A) omgevingsgeluid is het dragen van gehoorbescherming wel verplicht. Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever hierop toe te zien.

Het berekenen van de geluidsniveaus en de maximale blootstellingsduur is niet eenvoudig. Het is daarom steeds aan te raden om een geluidsmeting uit te voeren Hierbij enkele voorbeelden uit de dagelijkse praktijk met hun geluidsniveau:

De blootstellingsduur

Een werknemer mag gedurende 8 uur per dag worden blootgesteld aan een geluidsniveau van maximaal 87dB(A). Om te berekenen hoe lang je in een bepaalde omgeving mag werken, moet rekening gehouden worden met het steeds aanwezige geluid, maar ook met piekgeluiden die slechts een korte duurtijd hebben. Het gewogen gemiddelde van alle aanwezige geluidsniveaus bepaalt de maximale blootstellingsduur per omgeving.

Het restgeluid bij dragen van gehoorbescherming

De maximaal toegestane blootstelling ligt wettelijk vast op 87 dB(A). Anders gezegd, bij gebruik van een gehoorbeschermer moet de geluidsdruk op het oor onder de 87 dB(A) blijven.

Op basis van de geluidsmetingen kan u, rekening houdend met de blootstellingsduur, een gehoorbeschermingsmiddel selecteren dat ervoor zorgt dat de belasting onder de 87dB(A) blijft.

Afhankelijk van de benodigde demping en uw persoonlijke voorkeur, is er keuze uit oordoppen, oorproppen, gehoorbeugels en oorkappen.