De norm voor chemische bestendige handschoenen, de EN 374, heeft enkele grondige wijzigingen ondergaan. Zo zijn er voortaan meer chemicaliën die met een letter kunnen gecodeerd worden bv. Salpeterzuur en formaldehyde. Er wordt ook een klasse toegekend (type A, B of C) naargelang het aantal chemicaliën dat een voldoende lange permeatietijd haalt . Het pictogram wordt eenduidig een schildje met Erlenmeyer, en niet langer een maatbeker.
Ook nieuw is de degradatietest voor elk chemisch product waarvoor permeatietijden worden gerapporteerd, omdat de grondstof van de handschoenen aangetast kan worden en daardoor eventueel performantie verliest.
Nog een extra toevoeging is de EN 374-5, waarbij de handschoen getest wordt op bescherming tegen virussen en bacteriën. Voor bescherming tegen bacteriën volstaat lekdichtheid, maar voor virussen wordt een bijkomende labotest met virus gedaan. Het pictogram is een schildje met biohazardlogo.
Gevolgen voor de gebruiker
Die zijn er niet meteen: Producenten mogen hun bestaande gamma volgens de oude certificering blijven produceren. Nieuwe modellen zullen wel volgens de aangepaste norm gekeurd worden. Gebruikers moeten hun handschoenen bijgevolg ook niet meteen vervangen.
EN 374-1 -2 -3 -4 -5: wat moet ik met al die delen? En wat is er veranderd?
Een handschoen die beschermt tegen chemicaliën, wordt gecertificeerd volgens EN 374-1:2016. Dit deel 1 beschrijft nl. de eisen waaraan een dergelijke handschoen moet voldoen.
Deze eisen zijn:
-
Voldoen aan de lektesten waarvan de methodes worden beschreven in EN 374-2:2014
- Waterlektest: een handschoen wordt met water gevuld en opgehangen. Na 1 uur mag geen druppel zichtbaar zijn op de buitenkant van de handschoen.
- Luchtlektest: een handschoen wordt opgeblazen in een waterbak. Er mogen geen luchtbellen zichtbaar zijn in de waterbak (vergelijkbaar met hoe je test waar het gat in je fietsband zit)
-
Voldoen aan permeatie-eisen voor 1 of meer producten. Deze testmethode is beschreven in EN 16523-1:2015 en EN 16523-2:2015 (vroegere EN 374-3:2003)
Nieuw in de versie 2016 is enerzijds dat er meer standaardchemicaliën zijn gedefinieerd (18 in plaats van 12). Anderzijds worden handschoenen ingedeeld in 3 types:- Type A: minimaal permeatieklasse 2 wordt gehaald voor minstens 6 chemicaliën
- Type B: minimaal permeatieklasse 2 wordt gehaald voor minstens 3 chemicaliën
- Type C: minimaal permeatieklasse 1 wordt gehaald voor minstens 1 chemisch product. WAARSCHUWING: deze klasse is enkel bedoeld voor personen die vertrouwd zijn met normale laboratoriumpraktijken.
De klassering van de doorbreektijd is als volgt:
Gemeten doorbreektijd (min) |
permeatieklasse |
>10 |
1 |
>30 |
2 |
>60 |
3 |
>120 |
4 |
>240 |
5 |
> 480 |
6 |
-
Het pictogram is nu altijd de erlenmeyer (niet meer het bekerglas). Boven het pictogram wordt de norm en het type vermeld. Onder het pictogram komen de letters die overeenstemmen met de geteste producten.
EN 374-1/Type A
A J K L O P
-
Nieuw in de versie 2016: voldoen aan de degradatietest voor elk chemisch product waarvoor permeatieresultaten worden gerapporteerd. De uitvoering van de degradatietest is beschreven in EN 374-4:2013
Hiervoor wordt de perforatieweerstand bepaald op origineel materiaal en op materiaal dat 1 uur is blootgesteld aan het chemisch product. Het resultaat is de procentuele vermindering van de perforatieweerstand. Er is geen vereiste aan deze test – de degradatie moet gerapporteerd worden in de handleiding.Rest nog EN 374-5:2016. Dit deel beschrijft de eisen waaraan handschoenen moeten voldoen om te beschermen tegen virussen en bacteriën.
-
Voor bescherming tegen bacteriën volstaat dat de handschoen lekdicht is. Ook hiervoor wordt de test uit EN 374-2 uitgevoerd.
-
Voor bescherming tegen virussen wordt bijkomend een test met een virus uitgevoerd. Dit virus mag niet aan de andere zijde van de handschoen gedetecteerd worden.
-
In deel 5 worden geen eisen naar chemicaliën opgelegd. Als je met andere woorden ook bescherming nodig hebt tegen chemicaliën, moet de handschoen bijkomend gecertificeerd zijn volgens EN 374-1:2016
-
EN 374-5 heeft eigen pictogrammen.
EN 374-5:2016 EN 374-5:2016
De permeatietest
Hieronder wordt de proefopstelling toegelicht. Tussen de 2 helften van de testcel wordt het proefstuk (2) ingeklemd. In de rechter helft van de testcel wordt het test testen chemisch product gegoten. Aan de linkerzijde wordt het collectormedium toegevoegd. Voor vluchtige producten is dat een gas; voor vloeistoffen is dat een vloeistof.
Er is slechts 1 manier waarop de testvloeistof rechts in het collectormedium links zou kunnen komen en dat is doorheen het proefstuk. In compartiment “a” wordt op regelmatige tijdstippen een staal genomen om te detecteren of er moleculen uit de testvloeistof in het collectormedium terug te vinden zijn. Als criterium voor doorbraak wordt een doorbreeksnelheid van 1 µg per cm² proefstuk en per min gehanteerd.
1: uitneembare roerstaaf die continue monitoring van lucht of stikstof toelaat.
2: proefstuk (ingeklemd tussen de 2 halve cellen.
3: toevoer te testen chemisch product
4: stopklep
5: vulniveau
6: testcelhouders: flensen gewoonlijk uit aluminium
7: proefstukhouder: dichting met PTFE
-
Compartiment waar staal genomen kan worden uit het collectormedium
-
Testcompartiment voor testvloeistof.
De standaardchemicaliën in EN 374-1:2016
Code |
Chemische Stof |
CAS-nummer |
A |
Methanol |
67-56-1 |
B |
Aceton |
67-64-1 |
C |
Acetonitril |
75-05-8 |
D |
Dichloromethaan |
75-09-2 |
E |
Koolstofdisulfide |
75-15-0 |
F |
Tolueen |
108-88-3 |
G |
Diethylamine |
109-89-7 |
H |
Tetrahydrofuraan |
109-99-9 |
I |
Ethyl acetaat |
141-78-6 |
J |
n-heptaan |
142-85-5 |
K |
Natriumhydroxide 40% |
1310-73-2 |
L |
Zwavelzuur 96% |
7664-93-9 |
M |
Salpeterzuur 65% |
7697-37-2 |
N |
Azijnzuur 99% |
64-19-7 |
O |
Ammonium hydroxyde 25% |
1332-21-6 |
P |
Waterstofperoxide 30% |
7722-84-1 |
S |
Waterstoffluoride 40% |
7664-39-3 |
T |
Formaldehyde 37% |
50-00-0 |